Verschenen in 'Intermediair' - 01-06-2000
Alle mensen zijn sterfelijk. Dat geldt zelfs voor leden van het Koninklijk Huis. Uit de positie van het koningshuis in een constitutionele monarchie vloeit voort, dat er aan hun overlijden bijzondere aandacht wordt besteed. Om diezelfde reden trekken ook geboortes en liefdesgeschiedenissen in de koninklijke familie bijzondere aandacht, al wordt dat laatste door de betrokkenen niet altijd op prijs gesteld.
Het spreekt dus vanzelf, dat de media zich op een dergelijk overlijden gedegen voorbereiden, zeker wanneer zo’n gebeurtenis dichtbij komt, zoals in het geval van Prins Bernhard. Op 20 mei meldde De Volkskrant dat RTL-4, RTL-5 en Veronica het nieuws in een gezamenlijke uitzending gaan brengen, gevolgd door vijftien seconden zwart, het Wilhelmus en een In memoriam door de minister-president. Of dat In memoriam intussen al is opgenomen, of dat het overlijden pas bekend wordt gemaakt wanneer de minister-president klaar is om het volk toe te spreken, stond er niet bij.
De zenders RTL-5 en Nederland 2 worden volledig vrijgemaakt voor het nieuws. En de eerste dag laten zowel de HMG zenders als de publieke omroep de reclame achterwege, terwijl later de reclame-blokken rond het NOS journaal vervallen. Het blijkt ook dat een serieus programma als Buitenhof niet doorgaat wanneer drie dagen daarvoor de Prins overlijdt.
Nu lijkt het mij geen gemakkelijke taak om permanent over het overlijden van Prins Bernhard te moeten berichten. Het zou weinig kies zijn om op dat moment de meer controversiële gebeurtenissen uit zijn leven aan de orde te stellen, en dan blijft er niet veel anders over dan te berichten over rouwbeklag van over de hele wereld en over de gasten die de begrafenis zullen bijwonen. Ik neem niet aan dat men Pauline Broekema met een microfoon voor de hemelpoort zal posteren om te speculeren over de vraag of Bernhard al dan niet zal worden toegelaten.
Vergelijk je dit echter met de manier waarop de omroep heeft gereageerd op de ramp in Enschede, dan blijken alle proporties zoek. Het overlijden van Bernhard kan toch onmogelijk als even tragisch worden aangemerkt als een ramp met bijna twintig doden, honderden gewonden en een verwoeste stadswijk.
Maar daar zijn geen hele zenders voor vrijgemaakt. Dat was maar goed ook, want daarvoor was er gewoon niet genoeg nieuws. Te vaak moest de televisie al zijn toevlucht nemen tot ongepaste vormen van leedvertoon, of tot ontijdige pogingen om gezagsdragers die nog wel wat anders te doen hadden ter verantwoording te roepen.
Maar wat ik als slachtoffer van de Enschedese ramp echt als een klap in mijn gezicht zou ervaren, is dat vanwege het overlijden van Bernhard reclameblokken niet doorgaan. Niemand zag er een been in om het nieuws over Enschede vooraf te laten gaan door een komische spot waarin bij Rijk de Gooijer de pannen van het dak vallen. Je kunt dat opvatten als de prijs die we moeten betalen in een land waar de commercie regeert, maar het is mij niet duidelijk waarom bij een vorstelijk overlijden die prijs dan niet hoeft te worden betaald.