Zoek op trefwoord :
Als het kabinet valt
Verschenen in 'De Leunstoel' - 13-03-2025

Het kabinet Schoof functioneert zo moeizaam, dat er voortdurend wordt gespeculeerd dat het binnenkort gaat vallen. Volgens het huidige ongeschreven staatsrecht moeten er dan nieuwe verkiezingen komen, en in afwachting daarvan regeert het kabinet door in demissionaire staat of komt er een rompkabinet.

Er bestaan allerlei variaties. Het kan zijn dat het hele kabinet zijn ontslag aanbiedt, maar ook dat alleen de ministers van een of meer deelnemende partijen hun ontslag aanbieden. Het eerste kan een reactie zijn op een kritisch rapport over het functioneren van het kabinet als geheel, zoals bij het kabinet Kok 2 inzake het Nederlandse optreden in Srebrenica en bij het kabinet Rutte 3 inzake de toeslagenaffaire. Het gehele kabinet gaat dan door in demissionaire staat.

Verschil van mening binnen het kabinet kan er eveneens toe leiden dat het kabinet doorgaat in demissionaire staat, zoals de kabinetten Lubbers 2 en Rutte 4, maar ook dat alleen de ministers van een of twee partijen hun ontslag aanbieden, en de anderen hun portefeuilles ter beschikking stellen. Dat kan ertoe leiden dat alsnog het hele kabinet doorgaat in demissionaire staat, zoals het kabinet Den Uyl (nooit zeggen eerste kabinet Den Uyl), maar het kan ook zijn dat de ministers van de partij die in het kabinet aan het kortste eind trekt opstappen, en de anderen demissionair doorregeren.

Demissionair doorregeren

Daarbij zijn dan weer dan weer twee smaken: hHet kan zijn dat een zogenaamd rompkabinet wordt gevormd uit de overgebleven ministers en soms een of meer anderen. Daar komt dan een nieuwe formateur aan te pas en het kabinet krijgt ook een eigen nummer en geldt niet als demissionair. Zo kwam het derde kabinet Van Agt tot stand, net als het derde kabinet Balkenende. Maar het kan ook zijn dat het oude kabinet geacht wordt door te regeren met minder ministers, ook al wordt daarbij wel van portefeuille gewisseld. Dat gebeurde na de val het vierde kabinet Balkenende, de combinatie van ministers die toen optrad werd geacht een voortzetting te zijn van het Balkenende 4, maar dan demissionair. Er kwam dus geen Balkenende 5.

Er zit dus weinig lijn in. Opmerkelijk is ook dat het aantal ministers dat nodig is in een demissionair kabinet vaak heel verschillend wordt ingeschat. Na de val van Balkenende 4 dacht men toe te kunnen met de promotie van een enkele staatssecretaris, maar toen Rutte 3 demissionair was vond men het nodig elke minister die opstapte weer te vervangen. Dat leidde tot de boeiende vraag of zo’n nieuwe minister dan ook vanaf zijn of haar benoeming demissionair was.

De val van het kabinet Schoof

Wat zegt ons dat nu over de situatie die ontstaat na een val van het kabinet Schoof (nooit zeggen eerste kabinet Schoof). Het lijkt minder waarschijnlijk dat dat zal zijn op grond van een collectief falen zoals in Srebrenica en bij de toeslagenaffaire, maar eerder vanwege een politieke breuk. Waarschijnlijk zal dat dan zijn tussen de PVV (en misschien de BBB) en de overige partijen, bij voorbeeld over de steun aan Oekraïne. Wilders kan inschatten dat hij kiezers kan winnen door zich daarbij af te zetten tegen de andere partijen, al loopt hij dan wel het risico dat er een nieuwe periode van tien jaar aanbreekt waarin niemand met hem wil regeren.

Als er zo’n breuk optreedt zullen de andere partijen de PVV waarschijnlijk niet in het demissionaire kabinet willen hebben, maar zal Wilders daar zelf ook niet voor voelen. Er komt dan dus een demissionair minderheidskabinet van drie partijen, waarbij moeilijk te voorspellen valt of het zal worden aangemerkt als een voortzetting van het kabinet Schoof met wellicht een paar nieuwe ministers of gepromoveerde staatssecretarissen, of dat er formeel een tweede kabinet Schoof komt dat dan niet demissionair is. In de praktijk zal dat niet uitmaken.

Wat wel uitmaakt is dat zo een kabinet ontstaat dat niet steunt op een Kamermeerderheid. Omtzigts verlangen naar een extraparlementair kabinet gaat dan alsnog in vervulling. Het is maar goed dat VVD en NSC uiteindelijk besloten hebben ministers te leveren aan het kabinet, want anders zou de macht in het minderheidskabinet liggen bij de PVV, en dat lijkt me zeker vanwege de oorlog in Oekraïne geen aantrekkelijk vooruitzicht.

Vroeger werd er veel gewicht aan gehecht dat onder een demissionair kabinet allerlei wetsvoorstellen niet mochten worden behandeld, maar dat is snel gesleten. En een demissionair kabinet heeft in de praktijk dezelfde bevoegdheden, daarbij kan het alleen niet als kabinet het vertrouwen van de Kamer verliezen, al is dat bij individuele ministers wel mogelijk.

Demissionair beleid

Zo’n kabinet zou bij het beleid inzake Oekraïne kunnen steunen op VVD en GroenLinks-PvdA, maar voor energie- en stikstofbeleid en het asielbeleid op de zittende coalitie. PVV en GroenLinks-PvdA zouden gezamenlijk nivellerende maatregelen kunnen doordrukken, met voorbijgaan aan de VVD, dat is eerder gebeurd.

Bij al deze issues wordt een meerderheid van de bevolking gerepresenteerd door een meerderheid in de Tweede Kamer, al is dat niet steeds dezelfde. Wel zou ik zelf steeds bij die meerderheid horen: ik ben voor steun aan Oekraïne, voor kernenergie en voor nivellering. Politici vinden zo’n situatie van wisselende meerderheden niet leuk, die doen niets liever dan net zo lang onderhandelen tot ze iets erdoor hebben waarvoor onder de bevolking juist geen meerderheid is, het politieke handwerk. Ik zou zeggen: laat dat kabinet maar lekker lang demissionair blijven.